Het Kleine Paradijs: een Fries sprookje

"Waarom ver weg gaan als je zo dichtbij ook zoiets prachtigs kunt vinden?". Deze zin uit het gastenboek van Het Kleine Paradijs is kort samengevat exact hoe wij ons voelen na een nachtje geslapen te hebben op de Mini-Kontiki, een sfeervol vlot op het landgoed van Jacqueline en Willem Feijten in Friesland. Het houten huisje op het vlot neemt ons een nachtje mee naar Scandinavische wateren, waar we ons echt op expeditie voelen. In de realiteit liggen we 'gewoon' in een beekje in Nederland, ergens vlakbij Sneek. Binnen deze twee bijzondere dagen leerden we door Jacqueline en Willem en hun adembenemende Friese sprookje even om de dagelijkse drukte en realiteit los te laten en om echt te 'zijn'.

 

Hoe kom je er?

Zoals gewoonlijk pakten wij vanaf Utrecht Centraal de trein om onze volgende bestemming te bereiken: het station van Sneek. Vanaf daar kun je een OV-fiets huren en je weg naar Oosterend, waar Het Kleine Paradijs ligt, vervolgen, maar je kunt er ook voor kiezen om met de opbelbus te gaan, een dienst van het OV waarbij je van tevoren een bus moet bellen dat je mee wilt naar een dorp in de buurt. Vanaf daar was het alsnog een minuut of vijftien lopen. Het is dat Jacqueline van Het Kleine Paradijs ons op wilde halen bij het station, maar anders hadden we de fiets gekozen. De omschrijving die we lezen van de opbelbus klinkt als teveel gedoe voor zoiets als dit. Wanneer je echter over een auto beschikt, raden we het zeker aan om hiermee te gaan zodat je vanaf Het Kleine Paradijs gemakkelijk naar gezellige dorpen in de buurt kunt rijden die per voet net iets te ver zijn.

 
 

Op het station van Sneek wacht Jacqueline ons al op in het busje van hun camping. We maken kennis en stappen in: het avontuur begint nu echt. Jacqueline vertelt ons onderweg alvast wat over de plek waar we vannacht zullen blijven, maar ook over de andere speciale slaapplekken en over haarzelf en haar familie. Jaren terug hebben zij en haar man Willem hun baan opgezegd om hun droom achterna te gaan, waarna ze Het Kleine Paradijs hebben opgezet, want "je komt toch op een leeftijd dat je echt wilt genieten en dat zekerheid qua geld iets minder belangrijk is dan een gelukkig leven hebben." Hiermee zijn wij het meer dan eens, ook al hebben we zelf nog niet eens altijd zoveel zekerheid wat geld betreft. Geluk is misschien wel het allerbelangrijkst in het leven, het fijn hebben met de mensen om je heen op de plek waar je bent. "Je leeft toch maar één keer?", knikt Jacqueline. Met deze zin in ons hoofd stappen we na aankomst de auto uit. Dit kan nog wel een hele bijzondere overnachting worden!

 
 

Haar man Willem neemt ons mee voor een rondleiding door Het Kleine Paradijs. We kijken bijna letterlijk onze ogen uit: naast de lieflijke overnachtingsplekken is de grote groene tuin met haar verborgen plekjes en magische details alleen al meer dan het bezoeken waard. Willem vertelt ons dat dit zo af en toe in het hoogseizoen ook kan. Dan is in het weekend vaak een dagje de theetuin open waar je voor kleine prijzen kunt genieten van versgebakken taart, limonade, een kopje thee en met een beetje geluk een sprookjesachtig verhaal van Willem. Daar is de eigenaar namelijk gek op: het vertellen van verhalen. Hier weten we nog niet dat we aan het eind van onze trip ook betoverd zullen worden door de rustgevende stem van Willem tijdens een bijzonder verhaal.

Na deze korte rondleiding mogen we het terrein zelf ontdekken. Natuurlijk hebben we de Canadese kayak behorend bij de Mini-Kontiki allang gezien en kunnen we niet wachten om eerst een stuk te kanoën door de Friese wateren. Dit blijkt nog een heel avontuur te zijn in het begin, helemaal omdat het de eerste keer is dat Gracia in een kano stapt. Na een paar bibberende knieën en een paar kreten om hulp blijken we een prima kanoduo te zijn! Met Gracia als stuurvrouw achterin en Liv als schipper voorin 'racen' we met de kano door het rustig kabbelende water van Oosterend zonder daarbij hele rare capriolen uit te halen. We komen langs tientallen boerderijen, oneindige weilanden en vooral veel stille plekken. Af en toe horen we het geluid van een fietser die op de weg naast het water voorbij fietst, maar voor de rest is het er alleen maar stil. Precies waar we naar op zoek zijn. Na een klein uurtje keren we terug naar het land, we moeten immers nog de hele nacht op water verblijven.

 
 

Het vaste land van het Kleine Paradijs is minstens zo bijzonder als met de kano Friesland te water ontdekken. Gewapend met de sleutels van de overnachtingsplekken en onze fotocamera's gaan we hierna op ontdekkingstocht. Hoewel het terrein niet eens zo bizar groot is is er op elke meter wel iets te ontdekken. Je ziet goed dat er in iedere centimeter van Het Kleine Paradijs heel veel liefde is gestopt. Al is het een kunstwerk waar Willem net mee begonnen is of een jaren oud werkje wat hij ooit met zijn kinderen heeft gemaakt: het is zo fijn om rond te lopen in een dergelijke creatieve en groene omgeving.

Waar je ook kijkt, op iedere plek ontdek je dus iets bijzonders. Van de peer- en appelbomen met bijzondere lantaarns in de bomen tot de paardenvaas in de roze Pipowagen; overal zijn schatten te vinden. We ontdekken bij elke slaapplek bijzondere details wat alles uniek maakt. Zo heeft de Pipowagen van Het Kleine Paradijs weer een heel ander karakter dan de Pipowagen op de Veluwe, waar we afgelopen maand mochten overnachten. 

 
 

Ook de andere plekken zijn uniek. Des te langer we kijken, des te meer we ontdekken! Onze favorieten zijn toch wel de boomhutten, twee met elk een eigen karakter. Lekker hippie aangekleed, zoals Willem en Jacqueline ook zelf wel zijn, en van alle gemakken voorzien. Een van de boomhutten is al lekker verwarmd voor de gasten van vandaag en extra aangekleed met een handdoek in de vorm van een zwaan. Hoe schattig! De hoogte van de boomhutten is ook speciaal, want zo kun je over de hele omgeving uitkijken. Nergens is de bewoonde wereld zo ver weg, zo lijkt het, als in een boomhut in het Kleine Paradijs.

Het Kleine Paradijs heeft ook een schrijvershut. En een Mongolische yurt! En een tipi-tent in de zomer! Elke slaapplek heeft zijn eigen karakter en alles wordt goed onderhouden door Willem en Jacqueline. Ook een deel van het grote huis, waar het stel zelf woont, staat ter beschikking van de gasten. Zo is er bijvoorbeeld de bibliotheek, een ruimte met een piano, een grote boekenkast vol spirituele boeken en een mooi uitzicht waar je in stilte kunt 'zijn'. Klinkt misschien een beetje zweverig, maar wij zijn er toch best wat te vinden tijdens ons bezoek. Een plek met het enige doel om tot stilte te komen. 

 
 

Omdat we al midden in de herfst zitten is het in de avond aardig vroeg donker. We trekken ons dan ook al vroeg in de avond terug in ons huisje op het vlot, met kwekkende eenden op de achtergrond. De Mini-Kontiki is klein maar fijn. Met een kacheltje, twee pitjes om op te koken, basic kookgerei en heerlijke warme kleden hebben we meer dan genoeg om de nacht goed door te komen. Ruimte wordt bespaard door een handig uitrolsysteem waardoor het bed een tweepersoonsbed kan worden. Dat later, eerst mac & cheese en een wijntje!

Met rode wangen van de heerlijke warmte in ons vlotje duiken we dan ook al vroeg onder de dikke dekens op ons vlot voor deze nacht. De kaarsjes zijn aan en het enige wat we horen zijn de druppels regen op ons dakje en de kwetterende eenden in het water naast ons. Het voelt ook wel echt als kamperen omdat de natuur overal om ons heen is, zelfs onder ons! Maar de bedden van de Mini-Kontiki liggen toch wel wat fijner dat de dunne matjes in onze geliefde tent. Niet doorvertellen hoor.

Voor we gaan slapen zien we een dikke spin in bed kruipen, die we natuurlijk meteen weer kwijt zijn in ons paleisje van dekens. Omdat we écht niet bang zijn voor spinnen en omdat deze spin heus niet heel zwart en heel dik was besluiten we toch om één van de vele kussens op het kiertje te leggen waar hij net in is verdwenen. Natuurlijk alleen omdat ie het dan lekker warm heeft in dat gaatje en goed kan slapen net als wij, heus niet om andere redenen (stoere dames op expeditie dus).

 
 

De volgende ochtend worden we wakker gemaakt door het geluid van de eenden, wat een bizarre wekker is wanneer je het geluid van je eigen wekker of de geluiden van een drukke straat gewend bent. We hebben de beschikking over een luxe badkamer en dito toilet, waar we meteen gebruik van maken. Bij binnenkomst worden we welkom geheten door wierook en een cd-speler waar klassieke muziek uit de boxen te horen is. We worden overvallen met een ontzettend rustgevend gevoel, juist door deze geur en door dit geluid, en het past eigenlijk perfect bij deze plek. In de bibliotheek neuzen we wat in de boekenkast, waar tientallen Happinez tijdschriften liggen en ontzettend veel boeken over mediteren, het boeddhisme en andere spirituele doeleinden omringd met foto's en kaarten van oosterse bestemmingen. Alles is hier zo gericht op tot jezelf komen en jezelf leren kennen.

Na onze zen-ochtend hebben we weer het geluk om met Jacqueline en Willem mee te kunnen rijden. Doordat Het Kleine Paradijs zo ver van de bewoonde wereld afligt weet het stel de tripjes naar nabij liggende dorpen goed te benutten. We gaan dan ook eerst even naar het postkantoor waar Jacqueline een aantal dingen moet doen. Ondertussen, in de auto, vertelt Willem ons een bijzonder verhaal over een bamboeboon. Vreemd genoeg worden we hier ook weer helemaal chill van, wat een goede stem heeft die man toch! Het verhaal is het perfecte middel om compleet uitgerust de trein richting Utrecht in te stappen. Wij kunnen absoluut niet wachten om eens terug te keren naar dit bijzonder stukje Friesland waar je zelfs binnen twee dagen het gevoel hebt dat je helemaal tot jezelf bent gekomen.