Weekend in de Dolomieten | Dit moet je zien in de Italiaanse bergen
Afgelopen zomer ging ik met NS International op pad: ik pakte vanaf Utrecht Centraal de internationale trein naar Frankfurt en stapte daar over op de trein naar Salzburg Hbf. Daar werd ik opgepikt door vriendin Marije die nu al een aantal jaren in Oostenrijk woont en samen maakten we een roadtrip naar Sud-Tirol. Toegegeven? Ik wist helemaal niet dat je vanaf Salzburg zó gemakkelijk en snel in Italië kon zijn! We reden langs, over en door de mooiste groene bergen, ik spotte sneeuw op de toppen van de gletsjer in Kaprun en we keken onze ogen uit toen we de grens over waren. De Dolomieten zijn alweer van een heel ander kaliber dan de groene bergen in Oostenrijk: zo ruig en indrukwekkend, dat had ik nooit eerder gezien. Hieronder vertel ik je wat we in een lang weekend in de Dolomieten hebben gedaan, waar we sliepen en wat je absoluut moet eten als je daar in de buurt bent.
Kamperen Dolomieten: Camping in Sud-Tirol: Toblacher See
Hoogseizoen in de Dolomieten betekent drukte op de weg en drukte op de campings. Met best wat geluk konden we onze kleine tent nog opzetten op het tentveld van Camping Toblacher See, een nette camping tussen de bergen. Toen we aan kwamen rijden, snapten we meteen waarom mensen hier zo graag sliepen: de camping lag direct aan het extreem blauwe water van de … Toblacher See, ook wel Lago di Dobbiaco genoemd. Hoewel de camping compleet vol was, merkten we daar eigenlijk vrij weinig van tijdens ons verblijf. We gingen er iedere dag vroeg uit om op pad te gaan, dus voor ons was het geen probleem dat het best druk was op het terrein.
Gemiddeld betaal je voor de campings in Sud-Tirol in het hoogseizoen wel wat meer dan je misschien gewend bent in Nederland. Maar: naast een prima plekje met uitzicht op de bergen krijg je hier luxe sanitair en een perfecte locatie voor terug. We zaten namelijk vlakbij het bekende natuurpark Drei Zinnen / Tre Cime, reden binnen een klein half uur naar Lago di Braies (dé Instagram hotspot) en konden vanaf de camping diverse wandelingen maken. Naast de camping zat een restaurant waar je heel lekker en helemaal niet zo duur kon eten. Onze tip? Zonder twijfel de Grüner Calzone: zoveel kaas, zoveel groente, zoveel alles. Echt heerlijk. Ik zou alleen daarom al terug gaan naar deze plek.
Wandelen in de Dolomieten: Pragser Wildsee / Lago di Braies
Vanaf de camping Toblacher See ben je binnen no time bij het populaire Lago di Braies/Pragser Wildsee. Ik kende deze hotspot al van Instagram, dus was razend benieuwd hoe het er in het echt uit zou zien. We gingen best wel vroeg om de grote drukte voor te zijn, toen we er eenmaal waren bleek dat we daar goed aan hadden gedaan. We konden gewoon nog parkeren vlakbij het meer zonder dat het al overspoeld was met mensen. Overspoeld? Ja, daar moet je op deze plek wel rekening mee houden als je én in het hoogseizoen gaat én op het midden van de dag gaat. Toen wij wegreden, stonden er files met auto’s en werd de weg zelfs afgezet. Bizar toch! De volgende keer zou ik er zelfs nog eerder naartoe gaan voor nog meer rust; na zonsopkomst of tussen 8 en 9 uur bijvoorbeeld.
Het meer Pragser Wildsee en de bergen eromheen waren echt ontzettend indrukwekkend. Op het moment dat je met je auto aan komt rijden zie je de fraaie bergen en rotsen al. Bij het meer zie je de weerspiegeling: hier voel je echt de grootsheid van de natuur. De mens is eigenlijk zo klein, helemaal wanneer je het met dit soort fenomenen vergelijkt. Vanaf het beginpunt kun je een hele mooie wandeling rondom het meer maken waarbij je de omgeving goed kunt bekijken. Het werd al gauw lekker warm: naast toeristen kwamen er naarmate de tijd verstreek steeds meer Italianen met hun handdoekje om hier van de zon te genieten. Lago di Braies is meer dan het bezoeken waard; alles klopt. De groene natuur, het turquoise water en natuurlijk die bergen. Oh, de bergen.
Rondwandeling in Natuurpark Drei Zinnen / Tre Cime
Een bezoek aan Natuurpark Drei Zinnen mag echt niet ontbreken wanneer je er in de buurt bent. Trek een paar goede wandelschoenen aan en let goed op de temperaturen. Het kan hier best fris worden, ook wanneer je er in de zomer bent. Wij besloten de rondwandeling vanaf Rifugio Auronzo te doen, een hut op 2333 meter hoogte. Je moet via een (betaalde) bergpas omhoog en omdat we nog redelijk op tijd waren, dachten we dat we dat zelf wel konden doen. Mooi niet dus; er stond een flinke rij voor de toegangspoort waarbij er om de tien minuten een auto uitkwam en er dus weer pas eentje doorgelaten werd. Dat kon nog wel even duren. Omdat we nog de hele rondwandeling wilden maken, besloten we met de auto uit de rij te gaan en een stukje terug de bus te pakken omhoog. De bus krijgt namelijk voorrang op de auto’s en is uiteindelijk net zo duur (inclusief parkeren) als wanneer je met de auto omhoog zou gaan. Achteraf gezien was dat niet alleen wat betreft tijd de juiste keuze; de weg omhoog werd behoorlijk steil en we vroegen ons echt af of de oude auto van Marije dat zou hebben gered. Ik zag ons al voor me: al tuffend in een auto die eerder achteruit dan vooruit gaat. Niet een héél goed idee op een steile weg.
Na een hele mooie tocht omhoog met bizar mooie uitzichten op de bergketens om ons heen kon de wandeling beginnen. Vanaf Rifugio Auronzo kun je verschillende wandelingen maken. Wij hebben de rondwandeling gedaan, waar we een paar uur (met pauzes) over hebben gedaan. Neem vooral de tijd voor deze wandeling: het is niet heel moeilijk of heel zwaar, zolang je goed de tijd neemt en af en toe even lekker pauzeert bij een van de hutten onderweg. Daar kun je heerlijk eten en drinken: van Kaiserschmarren tot aan kaasplankjes en knödel. Volg vanaf het begin pad 101 voor de rondwandeling naar Rifugio Lavaredo, waar je al gauw komt vanaf Auronzo. Ik kan niet eens omschrijven hoe de uitzichten onderweg zijn: het is alles én meer dan dat. Na deze hut moet je een stukje omhoog waarna je al een prachtig uitzicht hebt op een deel van de bekende Drei Zinnen. De route vervolgt met constant uitzicht op dit indrukwekkende gevaarte; ook hier voel je je zo ontzettend klein. Onderweg kom je langs bergmeertjes, hutten, koeien, grasvlaktes en wat steilere wegen. Iedere meter is de moeite waard, want wauw: dit gebergte is next level. Zo anders dan de bergen die ik kende uit Oostenrijk, zó imposant. Ik heb hier flink wat droommateriaal opgeslagen voor mijn eeuwigdurende bergenheimwee die ik heb als ik thuis ben.
Hoogtepunt Dolomieten: het blauwe meer Lago di Sorapis
Heb je nog een extra dag in dit gebied in de Dolomieten? Wandel dan absoluut naar Lago di Sorapis, een bekend gletsjermeer in de bergen bij Passo Tre Croce. Ga met de bus naar Passo Tre Croce of parkeer je auto op de weg tussen Cortina en Misurina. Hier is genoeg parkeergelegenheid te vinden wanneer je naar Lago di Sorapis wilt wandelen. Dit meer staat bekend om de bizar lichtblauwe kleur die afsteekt bij de ruige rotsen en groene heuvels. Het is een van de mooiste daghikes die je hier in de buurt kunt maken, maar let er wel op dat het ook hier aardig druk kan zijn. Wij besloten om in de middag aan de wandeling te beginnen: we kwamen constant mensen tegen die omlaag gingen. Omdat het een one way pad is, was dit soms wat storend. De paden zijn niet heel breed en naarmate je wat hoger komt, loop je langs behoorlijke diepe afgronden en glibberige stenen. Met hoogtevrees is het wellicht niet de beste route ooit, maar geloof me als ik je zeg dat het de uitzichten meer dan waard is.
De wandeling zelf is gelukkig goed te doen, soms wat steil en soms over dunne paadjes. Zorg er hier echter ook wel voor dat je goede wandelschoenen aan hebt en dat je (wederom) de tijd neemt. Wij waren achteraf gezien iets te laat weggegaan; we hadden bij het meer niet meer zoveel tijd om even uit te rusten. Je moet immers ook nog terug en het wordt in de zomer daar best vroeg donker. Een groot pluspunt van dat we wat later gingen, was dat we het lichtblauwe bergmeer bijna helemaal voor onszelf hadden. Dat lijkt me toch een ander gevoel dan wanneer al die mensen er waren geweest die we onderweg op hun terugweg tegen waren gekomen. De lichtinval van de late middag is prachtig: de eerste tekenen van golden hour zijn zichtbaar. Het gekke aan dit meer is dat het bijna nep lijkt, zo blauw is het. We kijken onze ogen uit en wederom ben ik zo versteld van de natuur. Ik kom dan misschien wel vaak op mooie plekken, iedere keer verwonder ik me en ben ik verbaasd over hoe groots en moois iets kan zijn zonder toedoen van de mens. Wat is de wereld toch mooi hè?
Ik kan wel zeggen dat de Dolomieten voor nu mijn hart hebben gestolen. Met de hoeveelheid bergen in dit gebied is dat opzich niet zo heel raar, maar er is iets aan de Dolomieten wat het geheel nog net iets anders maakt dan andere bergachtige gebieden. Of het de blauwe meren zijn, de indrukwekkende rotsen of het feit dat er zoveel moois bij elkaar en dus binnen een weekend te bekijken is; ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik heel graag nog eens terugga naar een ander gebied in de Dolomieten om meer te ontdekken van dit bijzondere landschap. Het liefst in het voor- of naseizoen, zodat het net iets minder druk is. Maar weet je? Dit was de eerste keer dat ik me niet eens zo erg stoorde aan de drukte (schreeuwende Italianen niet meegerekend) en dat zegt best wel wat. Als natuur zo indrukwekkend is dat het zelfs dat met mij kan doen dan weet je denk ik wel hoe laat het is.